In elk nummer van Autovisie blikken we terug op onze geschiedenis en kijken we naar modellen die in het verleden op onze cover stonden. Dit keer het verhaal van de Porsche 944 die ons tijdschrift sierde als covermodel toen Nelson Piquet in oktober 1981 wereldkampioen werd.
De geschiedenis van de Porsche 944 zal bij de meeste autoliefhebbers bekend zijn. De oorsprong ligt duidelijk bij de 924, die destijds niet erg populair was, in principe helemaal geen slechte auto. Porsche weet dit en besluit het belangrijkste pijnpunt aan te pakken: de motor. De 2.0 viercilindermotor, verkregen van Volkswagen, maakt plaats voor een echt Porsche-aggregaat, een 2,5-liter viercilinder, in wezen de helft van de machtige V8 uit de 928. Eerdere experimenten met een (PRV) V6 pakten negatief uit en vanwege de transaxle-architectuur die is overgenomen van de 924, moet de hele aandrijflijn in de fabriek van onderaf worden gemonteerd. Een compact blok is dus noodzakelijk. Om het wat ruwere verloop van het viercilinderconcept tegen te gaan, zijn twee balansassen gemonteerd.
Het is duidelijk dat de 944 zijn genen deelt met de 924. Het ziet eruit als een beschaafde versie van de brute 924 Carrera GT, minus de luchtinlaten, maar met mooiere geïntegreerde wielkastverlengingen achter. De zwart hart Fuchs wielen versterken de gelijkenis en de achterspoiler was al te vinden op de 924 Turbo. Maar door alle detailwijzigingen blijkt de som der delen nog beter uit te pakken dan je op papier zou verwachten. Porsche heeft zijn huiswerk goed gedaan, de 944 blijkt een schitterende sportwagen te zijn die de merknaam waardig is.
Met 163 pk is de motor niet al te hoog aangezwengeld, maar gretig genoeg en de gewichtsverdeling is bijna perfect. Vering en remmen zijn top en kunnen veel meer vermogen aan. Dit potentieel wordt benut bij de introductie van de 220 pk sterke 944 Turbo eind 1985. Drie jaar later volgde de Turbo S, die nog eens 30 pk sterker is. De atmosferische versie werd in de loop van zijn leven uitgerust met een cilinderkop met 16 kleppen (944 S) en uiteindelijk vergroot tot 3 liter (944 S2). In het najaar van zijn bestaan verschijnt ook een cabrioletversie. Porsche blijft het concept verfijnen, maar de volgende upgrade blijkt zo omvangrijk dat er voor een nieuwe naam wordt gekozen. De 968 verschijnt eind 1991 en vertoont uiterlijk veel overeenkomsten met de 928. Na drie jaar verdwijnt hij weer, zonder directe opvolging.
De tijd dat je een 944 kocht voor een appel en een ei is voorbij, maar de prijzen zijn nog steeds niet zo schrikbarend gestegen als bij de 911. Tussen de 10 en 15 mille is genoeg om een keurig exemplaar te scoren. Voor een goede Turbo S, Cabriolet of een auto in concoursstaat zijn de prijzen al snel boven de 30.000 euro. De keuze in Nederland is goed, maar voor specifieke uitvoeringen of kleuren loont het om naar de oosterburen te kijken. Onderhoud is niet goedkoop en een onderhoudshistorie bij aankoop is een must. Gelukkig zijn er genoeg specialisten.
Log in en lees het volledige artikel
© 2021 Autovisie. Alle rechten voorbehouden