De motorfamilie van de Volkswagen EA827 trof je op de gekste

2021-12-17 03:28:58 By : Mr. Colin Shen

Schrijf je nu in met korting

Kies nu voor een abonnement met korting

Om in te loggen op Mijn AutoWeek moet je akkoord gaan met onze privacyvoorwaarden.

Bij Volkswagen is modulaire technologie tegenwoordig helemaal hip en happening. Tenminste, dat is wat ze ons doen geloven. Sterker nog, ze zijn er al jaren mee bezig. Een goed voorbeeld hiervan is de EA827-motorfamilie, die in de meest uiteenlopende configuraties op de vreemdste plekken verschijnt.

In 1972 presenteert Audi een geheel nieuwe 80. De sedan, intern B1 genoemd, zou je de F103 moeten doen vergeten, die dateert uit 1964. Daartoe heeft Audi onder meer de compleet nieuwe EA827-motorenfamilie ontwikkeld , die de in lengterichting gemonteerde voorwielen aandrijft. In eerste instantie zal de EA827-familie met zijn gietijzeren blokken en bovenliggende nokkenas bestaan ​​uit een 55 pk 1.297 cc-versie en een 1.471 cc-variant met keuze uit 75 of 85 pk, allemaal op benzine. In 1973 volgt ook een tot 1.588 cc geboorde versie met 100 pk.

Begin jaren 70 liep de verkoop van auto's met achterin gemonteerde luchtgekoelde boxermotor sterk terug. En de van NSU gestolen K70 brengt niet het verwachte succes als alternatief. Toch is het design van de K70 - voorwielen aangedreven door een watergekoelde lijnmotor - de kant waar Volkswagen aan denkt. Zo verschijnt in 1973 een hatchback op basis van de Audi 80, die bij Volkswagen bekend staat als Passat. Net als bij de Audi 80 zijn de EA827-motoren terug te vinden onder de motorkap van de Passat. Toen in 1974 de Scirocco en de Golf verschenen, verschenen ook de EA827's, nu dwars voorin geplaatst. De bijbehorende Audi 50 en VW Polo krijgen in eerste instantie geen EA827-derivaat, maar worden aangedreven door de compactere viercilindermotoren uit de eveneens nieuw ontwikkelde EA111-motorenfamilie. De EA827 verschijnt wel in de nieuwe Audi 100 (C2) uit 1976.

Naast carburateurs volgt al snel benzine-injectie voor de sportievere versies van de EA827-motoren; de Audi 80 GTE was in 1975 de eerste die dat deed, de Golf GTI uit 1976 misschien wel de bekendste. In de loop der jaren hebben de EA827's hun weg gevonden door de hele groep, inclusief de dochterondernemingen van Seat en Skoda. Het basisontwerp leent zich voor tal van varianten. Zo neemt de cilinderinhoud toe tot twee liter, worden koppen met vier kleppen per cilinder gebruikt en worden er zelfs compressoren geïnstalleerd. En dat is niet alles. Op jacht naar meer performance ontwikkelde Audi in de jaren 70 al een vijfcilinder. Oh, en als Audi in 1988 met een 3,6 liter V8 komt, komen veel van de basismaten voor die aluminium krachtbron precies overeen met die van de 1.8 zestienklepper uit de Golf GTI.

Verhoogd tot 1.716 cc in gebruik, de motor aangedreven Volkswagen's terreinwagen, de Iltis, in 1978, net als de Rabbit, de Amerikaanse versie van de Golf. Alleen die Rabbit verkoopt niet zo goed, waardoor VW een overcapaciteit heeft in zijn Amerikaanse fabriek. Nu we in de VS zijn, blijkt Chrysler niet voldoende productiecapaciteit te hebben om vier cilinders te bouwen voor de Plymouth Horizon (gerelateerd aan de bij ons bekende Simca Horizon). De twee fabrikanten helpen elkaar. Zo belandt de motor - weliswaar voorzien van een cilinderkop naar Chrysler-design - onder de motorkap van de Horizon en al zijn afgeleiden.

Met de EA827 trapt Volkswagen in 1976 ook af met dieseltechniek. De eerste variant is de 1.471 cc motor die in de Golf 50 pk levert. Met toenemende cilinderinhoud en vermogen vindt de viercilinderdiesel zijn weg naar bijna alle modellen binnen de groep, hij duikt zelfs op in de achterbak van Volkswagen-busjes. Om de prestaties een boost te geven, is hij ook verkrijgbaar met turbo. En met directe injectie gaat de EA827 door het leven als een 1.7 SDI in de Volkswagen Lupo en de Seat Arosa en is hij verkrijgbaar als 1.9 TDI in verschillende vermogensvarianten.

In samenwerking met Volvo wordt een 2,4 liter variant met zes cilinders ontwikkeld. Hij debuteerde in 1978 in de Volvo 240 en kort daarna in de grote Volkswagen LT. Om in te spelen op de belastingregels in Finland en Italië gaat Volvo de 240 ook even voorzien van een tweeliter vijfcilinder variant, dezelfde motor die Audi in de 100 monteert. Net als bij de viercilinder zijn de mogelijkheden van een turbo worden ook gezien voor de zescilinder. Met turbo en intercooler is de Volvo 740 al geruime tijd zelfs de snelste productiediesel. Volvo gebruikt de Volkswagen zescilinder uiteindelijk tot 1996 in de 940 en 960.

De lijst met auto's waarin de EA827 en zijn afgeleiden te vinden zijn, is bijna eindeloos. Dit is niet alleen het gevolg van de veelheid aan varianten waarin de motor is gebouwd, maar ook de lange periode waarin dit is gebeurd. Ook als Volkswagen in 1993 met een opvolger komt, de EA113, betekent dat zeker niet het einde. Verspreid over de hele wereld zal de machine de komende jaren in tal van configuraties worden gebouwd. Toen in 2009 de laatste Golf I van de productielijn kwam in Zuid-Afrika, de City Golf, lag de EA827 nog onder de motorkap.

Dit artikel verscheen oorspronkelijk in AutoWeek Classics nummer 12 van 2016.

NB! Deze functie is niet bedoeld om zelf een opmerking toe te voegen. Optioneel kunt u een opmerking toevoegen.

Er is iets fout gegaan. Probeer het later opnieuw of stuur ons een e-mail.

Weet je zeker dat je dit bericht wilt verwijderen?

Er is iets fout gegaan. Probeer het later opnieuw

De discussie is gesloten. Reageren is niet meer mogelijk.

Met onze duurtest ID3 kwamen we tot de conclusie dat de 58 kWh batterij eigenlijk voldoende is voor de Nederlandse...

De Volkswagen Polo staat steevast erg hoog in de verkoopranglijst in Nederland, maar de concurrentie…

© 2021 DPG Media BV - alle rechten voorbehouden